Deze tien producers horen in je platenkast!

Muziek | Wat maakt een band succesvol? Talent? Zeker. Een portie geluk? Ook. Goeie songs kunnen schrijven? Absoluut. Al is dat laatste toch ook (soms/vaak) het werk van de  man/vrouw achter de knoppen: de producer. Diegene die dankzij frisse ideeën, aanpak, inzichten en muzikaal Vernunft songs tot een hoger niveau kan tillen en een band heel groot kan maken. Wie? Deze tien alvast.

Door MF

Deel dit nieuws

Sir George Martin

Martin zal altijd verbonden blijven met The Beatles. Ging al vroeg aan de slag – studeerde oboe en piano – en ging daarna werken in de studio’s van de BBC, in de afdeling klassiek. Achteraf ging hij aan de slag met comedy en producete platen voor onder andere Peter Sellers. Maar de pop lonkte. Na een hit met de band Temperance Seven werd Martin gecontacteerd door Brian Epstein, manager van The Beatles: “Would you be interested in recording this band?” Martin dacht er even over na – platenmaatschappij Decca had The Beatles net nul op het rekest gegeven – maar ging toch overstag. Op 26 november 1962 namen ze ‘Please Please Me’ op. Het werd de eerste nummer één hit van The Beatles – many were to follow. En ook al is Martin het meest bekend van zijn werk met en voor The Beatles, hij zag onder andere ook deze grootheden vanuit zijn studio-booth magische dingen doen: Jeff Beck, Celine Dion, America, Cheap Trick, Ultravox, Stan Getz, Paul McCartney ...  

Phil Spector

De man van ‘The Wall of Sound’ (geen plaat of een band, maar een fenomeen: een Wagneriaanse benadering van pop en rock). Spector zit ondertussen al een paar jaar achter de tralies, wegens de moord op actrice Lana Clarkson. Een tragische wending van het lot toch wel, want Spector was een van de grootsten: hij wordt beschouwd als de eerste echte producer-auteur, iemand die betrokken was bij alle fases van het opnameproces en zijn stempel helemaal doordrukte op de muziek en de sound. Een creatieve know-it-all (know it best, zelfs) die persoonlijk verantwoordelijk was voor het ontstaan van een genre als artrock en de weg plaveide voor dreampop, shoegaze & noise. Op zijn palmares? Tientallen bands. The Ronnettes, Ike & Tina, John Lennon,  The Beatles, Starsailor, Yoko Ono, Leonard Cohen. Heeft veel bands (van My Bloody Valentine tot Echo & The Bunnymen) en producers (Visconti, Eno) beïnvloed.  

Joe Meek

Amper 37 toen hij stierf – gewelddadige dood, want hij vermoordde zijn huisbazin en pleegde zelfmoord – maar hij liet wel een ongelooflijke erfenis achter. Meek zal altijd herinnerd worden als de man die spage age en experimentele popmuziek boven het doopvont hield, en een hand had in de ontwikkeling van sampling, overdubbing en het gebruik van reverb. Luister vooral eens naar ‘Telstar’, een instrumentaal nummer van The Tornados en je hoort Meek all over the place, space age ten voeten uit, een song die in 1962 redelijk futuristisch moet hebben geklonken. Meek was eigenlijk een visionair, iemand die de studio gebruikte als instrument en met zijn onorthodoxe manier van werken voor een een revolutie in studiotechniek zorgde. Te bekijken: “The Strange story of Joe Meek.” 

Quincy Jones

Nog zo’n powerhouse. Quincy Jones – nickname ‘Q’ (nee, niet die van James Bond) – zal altijd onlosmakelijk verbonden blijven met Michael Jackson: hij was de man achter de knoppen bij ‘Off the wall’ (1979), bij megasucces ‘Thriller’ (1982), bij ‘Bad’ (1987) én bij ‘We are the world’, de megahit ten voordele van Afrika. Jones’ leven leest als een muzikaal sprookje: vrienden met Ray Charles, gekroond tot een van de meest invloedrijke jazzmuzikanten van de 20ste eeuw, als negentienjarige al op tour met een jazzband door Europa, filmmuziek-grootheid (hij heeft meer dan 40 scores op zijn naam staan), werken met Frank Sinatra, Miles Davis, activist (hij is een van de mensen achter het IBAM, het Institute for Black American Music) en ga zo nog maar even door. Het is om van te beginnen duizelen. Als er een volledige Wikipediapagina gereserveerd is voor enkel de platen waaraan je meewerkte, dan weet je het wel. Check zeker de docu ‘Quincy’.  

Steve Albini

Een van de jongsten in de rij. Albini is in het alternatieve circuit bekend als de ‘man van de signature snaredrum sound’ en omwille van zijn no-nonsenseaanpak wat betreft opname. Zat in Big Black, Rapeman en Four en is een van de stichtende leden van het alt-math-rock trio Shellac. Heeft ondertussen ook al een resem topplaten op zijn naam staan als producer, opgenomen in zijn Electrical Studio. Albini zat onder andere achter de knoppen van – een greep uit het gigantische aanbod ( https://en.wikipedia.org/wiki/Steve_Albini_discography) : ‘In Utero’ (Nirvana), het Belgische Raketkanon, Kapitan Korsakov, Cocaine Piss en Dead Man Ray,  Pixies, Bonnie ‘Prince’ Billy, Motorpsycho ... Zeer de moeite ook is zijn Essay ‘The Problem with Music’, waar hij de hele ‘zieke’ muziekindustrie in fileert.  

Tony Visconti

Producers gelinkt aan bands. Soms vind je de producer van je leven en dan ben je weg natuurlijk. In het geval van Visconti: hij zal altijd gelinkt worden aan David Bowie - The Berlin Trilogy (samen met Eno) bijvoorbeeld, maar ook de laatste ‘Black Star’ (en ‘The Man Who Sold The World’, ‘Young Americans’, ...). Maar Visconti deed meer dan dat: ook voor T. Rex was hij veelbetekenend. Zijn eerste productie was er één voor The Iveys (1968) en Visconti heeft sindsdien niet meer stilgezeten, want hij producete in 2018 nog de plaat van The Good, The Bad & The Queen ‘Merrieland’. Over die laatste Bowieplaat zei hij (in Rolling Stone): “Hij was zo moedig! En zijn energie was ongelooflijk, voor iemand die zo ziek was. Hij had geen angst, maar wou gewoon die plaat maken.” 

Lee Scratch Perry

Hij kwam al aan bod in het stukje over reggaeplaten, en hier is hij nog eens: Lee Scratch Perry, verantwoordelijk voor de strafste reggaeproducties ooit en wereldwijd beroemd (en berucht) om zijn werk in zijn ‘The Black Ark’-studios. Niet noodzakelijk volledige platen – in reggae gaat het om het moment, de single: opnemen en spelen – al kan je Perry wel de grondlegger noemen van de dub. Perry heeft gewerkt met zowat alle reggae-grootheden (of heeft ze groot gemaakt), zoals Bob Marley, Max Romeo, The Congos, The Upsetters, The Heptones, maar ook met andere illustere namen als The Beastie Boys, The Clash ...  

Brian Eno

Hij heeft een Belgische moeder! Niet dat dat zo belangrijk is, maar goed. Hij is ook een beetje van – eh – ons. Eno begon zijn muzikale carrière bij Roxy Music, ging solo, en vond – terwijl hij ziek in bed lag – een genre uit: ambient. Is samen met David Byrne verantwoordelijk voor een plaat die enorm veel invloed gehad heeft op sampling, ‘My life in the bush of ghosts’, en Eno is als ambient-kunstenaar ook verantwoordelijk voor het opstartgeluid van Microsofts OS Windows 95 en staat bekend voor zijn legendarische samenwerkingen met David Bowie, bijvoorbeeld op The Berlin Trilogy  ‘Low’, ‘Lodger’ en ‘Heroes’. Hij wordt zowat beschouwd als de huisproducer van U2 (‘The Unforgettable Fire’, ‘Wide awake in America’, ‘The Joshua Tree’, ‘Achtung Baby’, ‘Zooropa’, ‘All that you can’t leave behind’, ‘No Line to the horizon’) en zat ook achter de knoppen van Coldplays ‘X&Y’ en ‘La Vida Loca’. Meer weten? Check dit:  

Prince

Helaas ook al schielijk heengegaan, de purperen koning uit Minneapolis. Heeft veertig hits geschreven en zes nummer één-hits, met als bekendste toch wel het dramatische ‘Purple Rain’ (1984), de gelijknamige titeltrack uit de film ‘Purple Rain’. Maar Prince herleiden tot dat ene nummer zou hem heel veel oneer aandoen. Hij schreef en producete niet enkel voor zichzelf, maar evengoed voor andere artiesten – en dat deed hij onder pseudoniemen als Christopher, Jamie Starr of Alexander Nevermind – en stond aan de wieg van successen van Chaka Khan, Sheila E., de ero-romantic-girlband Vanity 6, The Bangles, Martika (‘Love...thy will be done’) en het Nederlandse Loïs Lane. De plek waar Prince al zijn platen opnamen? Paisley Park. Een legende!  

Berry Gordy

Oprichter van Motown Records – en dat zegt eigenlijk al voldoende. Schreef Jackie Wilsons superhit ‘Reet Petite’ en begon achteraf met Smokey Robinson een platenmaatschappij die een imperium zou worden. Er kwam een studio ‘Hitsville USA' en de rest was geschiedenis (gewijde geschiedenis zelfs), want de studio braakte aan de lopende band – de link met Motor Town (motown) Detroit was duidelijk – hits uit. Gordy huurde sessiemuzikanten in, schoof ze bladmuziek onder de neus en liet ze songs inspelen; de muzikanten wisten vaak niet voor wie ze aan het spelen waren. Passeerden de revue en werden groot als artiest: The Marvelletes (‘Please Mr Postman’), Mary Wells (‘My Guy’), The Supremes (‘Baby Love’), Marvin Gaye, The Temptations, The Four Tops, Stevie Wonder ... 

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top