De mooiste Belgische wagens ooit

Nieuws | Ons landje heeft iets met wagens, van Spa-Francorchamps en Jackie Ickx tot Luc Donckerwolke. En hoe zit het dan met de mooiste Belgische wagens ooit? Deze Imperia GP is genoemd naar de gelijknamige Belgische autobouwer die actief was van 1904 tot 1958. Het bedrijfje Green Propulsion kocht de naam voor welgeteld 400 euro en tekende een bloedmooie hybride sportwagen uit. De BMW-motor is goed voor 200 pk, aangevuld met een elektrische krachtbron van nog eens 150 pk. Nog eentje: je kan noodgedwongen niet sneller rijden dan 216 kilometer per uur, om te vermijden dat de batterij te snel leegloopt.

Door

Deel dit nieuws

Ons landje heeft iets met wagens, van Spa-Francorchamps en Jackie Ickx tot Luc Donckerwolke. En hoe zit het dan met de mooiste Belgische wagens ooit? Deze Imperia GP is genoemd naar de gelijknamige Belgische autobouwer die actief was van 1904 tot 1958. Het bedrijfje Green Propulsion kocht de naam voor welgeteld 400 euro en tekende een bloedmooie hybride sportwagen uit. De BMW-motor is goed voor 200 pk, aangevuld met een elektrische krachtbron van nog eens 150 pk. Nog eentje: je kan noodgedwongen niet sneller rijden dan 216 kilometer per uur, om te vermijden dat de batterij te snel leegloopt.

Eigengereid model

Het piepkleine Isnes in de provincie Namen is maar om één ding bekend: Tony Gillet bouwt er de Gillet Vertigo. Deze Vertigo.5 Spirit hier in beeld kreeg een 4,2 liter V8 van Maserati, waardoor je rondrijdt met 420 pk. Zin om er eentje te hebben? Dan zal je zelf naar Isnes moeten rijden om er eentje samen te stellen. Met minder dan 200.000 euro op zak hoef je zelfs niet aan te kloppen.

Snelle zetpil

In 1898 waagde de Belg Camille Jenatzy zich met de elektrische 'Jamais Contente' aan het wereldsnelheidsrecord op land, en verbrak dat ook nog eens. Jenatzy klokte af op ruim 105 kilometer per uur, de eerste keer ooit dat de kaap van de 100 per uur overschreden werd. Belgische autogeschiedenis, en dat met een overmaatse zetpil op wielen. Voor de liefhebbers: de 'Jamais Contente' bestaat nog steeds en kan bewonderd worden in het Musée de la voiture in het Franse Compiègne.

Prestigemerk

Minerva blijft een iconisch merk, ook al worden er al sinds 1938 geen nieuwe godenwagens geproduceerd. Wat begon als een bescheiden fietsenmakerij groeide na enkele jaren uit tot een volwaardig – én gewild – automerk. Het zegt genoeg dat Minerva's destijds de vergelijking met Rolls-Royce moeiteloos doorstonden, met als enig verschil dat de uitdagers uit België gevoelig minder kostten.

Rijdend wapen

Onze koninklijke familie was ooit vaste klant bij FN. Niet om wapens te kopen, wel wagens. Albert I reed al rond met een FN en ook latere Lakense generaties hadden het genoegen om met een FN rond te karren. Meer zelfs: FN noemde in de jaren dertig twee modellen naar de toenmalige prinsen Boudewijn en Albert. Dat kon het tij niet keren en FN moest zich in de jaren dertig noodgedwongen weer concentreren op wapens en motorfietsen.

Sportwagens uit Charleroi

In de jaren negentig kwam Marchienne-au-Pont in het nieuws omdat Marc Dutroux er een huis bezat. Gelukkig kan de voormalige gemeente ook terugkijken naar betere tijden, toen het bedrijf L'Auto Métallurgique er vanaf 1898 sportwagens produceerde en dat zo'n dertig jaar lang. Dertig jaar is niets, maar voor Métallurgique meer dan genoeg om diep indruk te maken.

Wishfull thinking

Serieuze opschudding vorig jaar, toen bekend geraakte dat Minerva uit de doden zou herrijzen in de vorm van deze Minerva JM Brabazon. Deze verdoken Audi R8 zou een V12 krijgen en een topsnelheid halen van ongeveer 400 kilometer per uur. Zou, want op een exemplaar dat echt rondrijdt, wachten we nog steeds. Op heden blijft de Brabazon spijtig genoeg wishfull thinking, maar je weet maar nooit.

Groot vraagteken

In 1994 stelde André Hanjoul de Edran Spyder Mk1 voor tijdens het Salon van Brussel. Dit model werd al snel vergeleken met een Lotus, gezien zijn geringe gewicht (770 kilo) en minieme afmetingen. Verscheidene jaren al kondigt de website van Edran de Enigma aan, een wagen die een topsnelheid van 340 per uur haalt dankzij een V8 van 820 pk. Tot op heden blijft de Enigma spijtig genoeg een enigma. Of dit ooit nog wat wordt, is maar de vraag.

Halve Duitser

APAL, de afkorting van Application Polyester Armé de Liège, opereerde tussen 1961 en 1998 in de buurt van Luik. Wat je hier op de foto ziet, is dus geen Volkswagen of Porsche, al had oprichter Edmond Pery uiteraard wel nauwe contacten met onze oosterburen. In 1998 ging de stekker uit het project om vervolgens auto-onderdelen te gaan verkopen in Duitsland.

Lelijke eendje

We kunnen het niet laten: de spuug- en spuuglelijke Altona Condor uit 1947 hoort hier tussen, al was het maar om aan te tonen dat niet alles wat door Belgen bedacht wordt, bloedmooi is. Deze driewieler had de potentie om de Reliant Robin van zijn tijd te worden, maar gelukkig beslisten de mensen van Altona net op tijd om het bij één prototype te houden. Een vier meter lange driewieler van 800CC met een houten frame, wat kon er misgaan?

Kijk wat je leuk vindt, waar en wanneer je wilt.

Ontdek Pickx Inloggen

Top

Top